Wim van Herwijnen

Spiegelingen

       

                 Spiegelingen

                       

                         (1)

 

Takken van heide droog en dood

onvruchtbaar is de grond waarin zij staan.

Wij, wetend, zien het minder scherp bij schemer

die daglicht sluit en nacht inroept

om te verduisteren wat zichtbaar was

zodat onvruchtbaar vruchtbaar ogen kan

en wij verleid ons overgeven aan de nacht.

 

O dag word wakker, roep ons tot het licht

waarin wat leven heet ook leven is

en wij weer zien de waarheid die u schiep

waarvan wij door u ingeschakeld weten

dat zelfs in schemer zij ons zicht verlicht

en vruchtbaar is de grond waarop wij staan;

het zaad ontspruit en ademt eeuwig leven.

 

 

                         (2)

 

De hemel houdt haar adem in

het hart staat stil nadat

de adder beet, laag bij de grond.

 

Maar waar een vogel uit de hemel zweeft

daar landt de vrijheid in het hart

van wie er leeft op aarde.

  

 

                         (3)

 

In de te vroege avond wandelen

wij achter elkaar rondom de vennen

die stilte uit diepte trekken

en zonlicht slechts toestaan

om het water in te zwarten.

Die wereld van vergane glorie,

dood, roestig bruin hier en daar.

 

Waarom schilderen wij geen leven vol kleur

en zingen op de toekomst een lied

van lichte waterbronnen

en glans die aarde doet leven

waarop wij dansend

gespiegeld in louter goud

op een dag die nooit meer eindigt.